Capsicum Annuum
Spaanse peper

Ik hou wel van wat pit. Een snufje zwarte peper op een gebakken eitje of een rood pepertje door de curry: heerlijk! Maar haal die twee soorten peper vooral niet door elkaar.

Gek eigenlijk, dat we voor die kleine mild pittige donkere korreltjes en de langwerpige glanzende pepers – die waarvan je neus gaat lopen en de tranen je in de ogen springen – hetzelfde woord gebruiken.

Lange tijd werd met het woord peper alleen die eerste soort, de korrelpeper, bedoeld. Deze specerij was al bekend in Europa tijdens de Romeinse tijd en werd ingevoerd vanuit India.

Het oude Indische woord voor peperkorrels was ‘pipparī’, een woord dat kwam van het Griekse ‘peperi ‘en het Latijnse ‘piper’. Daar maakten de Engelsen het woord ‘pepper’ van, de Fransen ‘poivre’ en wij noemden het ‘peper’.

Mij, de Spaanse peper, kennen we hier pas vanaf de zestiende eeuw. Dat ik net als de korreltjes óók peper werd genoemd, komt omdat we allebei een gerecht lekker pittig kunnen maken.

En de toevoeging ‘Spaans’? Het meest voor de hand liggend zou zijn dat ik uit Spanje kom, maar dat is niet het geval. Ik kom uit Midden- en Zuid-Amerika, maar ik moest wel via Spaanse tussenhandelaren naar Europa reizen. Voor het gemak noemden ze me daarom maar ‘Spaanse peper’.

Wist je dat Cristoffel Columbus mij heeft ontdekt? De beroemde ontdekkingsreiziger was tijdens zijn expeditie naar India in 1492 niet alleen op zoek naar nieuw land, maar ook naar zwarte peper.

Die wilde hij graag vinden, omdat peper indertijd ontzettend waardevol was en ook wel het ‘nieuwe goud’ werd genoemd. Het woord ‘peperduur’ stamt ook uit deze tijd.

Maar net zoals de beste man niet in India aankwam, maar in Zuid-Amerika, vond hij in plaats van zwarte peper de rode peper, of – zoals de inheemse bevolking de pittige toevoeging aan hun eten noemde – ‘aji’ of ‘chile’ (waar ons woord chilipeper weer van afgeleid is).

In zijn logboek schreef Columbus over zijn vondst: ‘We ontdekten dat het land veel aji produceerde. Een peper die kostbaarder en gezonder is dan de gewone soort’.

Columbus noemde de lokale pepersoort ‘pimiento’ (dat tegenwoordig de Spaanse verzamelnaam voor alle pepersoorten is) en een paar jaar later werden de eerste zaadjes verscheept naar Europa.

Als pepersoort behoor ik tot de planten van het geslacht ‘Capsicum annuum’ uit de nachtschadefamilie. Het is goed mogelijk dat het woord ‘capsicum’ komt van het Griekse woord ‘kapto’ dat ‘bijten’ of ‘slikken’ betekent. Dat zal dan wel te maken hebben met de scherpe smaak van sommige vruchten uit mijn familie.

Ook niet geheel uitgesloten is dat het woord is afgeleid van het Latijnse woord voor doos (capsa) dat dan zou slaan op mijn vorm als ik rijp ben.

Het woord ‘annuum’ komt uit het Latijn en betekent éénjarig, wat eigenlijk vreemd is, want ik ben onder goede omstandigheden wel degelijk een meerjarige plant.

Niet alleen mijn hete broers en zussen zoals de cayennepeper, Madame Jeanette en de jalapeño behoren tot de Capsicum-familie, maar ook de paprika, een soort die wat heetheid betreft natuurlijk een lachertje is.

Wie kent het niet: je neemt een hap van een net iets té spicy gerecht en je mond staat he-le-maal in de fik! De schuldige? Het stofje ‘capsaïcine’. Dat houdt de pijnreceptoren in je mond voor de gek, zodat zij de sensatie van heetheid aan je brein doorgeven, terwijl er natuurlijk geen vuur te bespeuren is.

De Amerikaanse scheikundige Wilbur Scoville (1865-1942) ontwikkelde in 1912 een schaal om de heetheid van pepers te meten. En – helemaal loco – dat deed hij door zelf te proeven.

Hij vermaalde een stukje peper en liet het prutje een nacht lang weken in pure alcohol. De alcoholoplossing voegde hij vervolgens toe aan suikerwater,

totdat er ‘een duidelijke maar zwakke prikkeling’ op de tong te voelen was. Hij onderzocht dus eigenlijk hoeveel je een peper moet verdunnen om hem niét meer te proeven.

Zo ontwierp hij de ‘schaal van Scoville’ die tegenwoordig loopt van 0 (de scherpte van een paprika) tot 16.000.000 (pure capsaïcine). Hoewel de Scovilleschaal nog altijd wordt gebruikt, worden er geen smaaktesten meer gedaan om de heetheid te bepalen.

Tegenwoordig wordt de concentratie van capsaïcine en aanverwante stoffen gemeten.

En de heetste peper ter wereld? Dat is de Carolina Reaper. Dit rode monster heeft een sterkte van 1.569.300 op de schaal van Scoville, minstens 1.500 keer zo scherp als ik. Aiaiai!

Volgens de Italianen breng ik geluk. Een bosje ‘corno rosso’ (rode peper) helpt je om ‘malocchio’ (het boze oog) af te wenden. Je weet immers nooit wanneer iemand een vloek over je uitspreekt.

Hoe dit bijgeloof is ontstaan? De dichter Ovidus schreef in zijn ‘Metamorfosen’ over bloedkoraal als afweermiddel tegen het kwaad, waardoor de Romeinen (en de generaties na hen) bloedkoralen gelukhangers begonnen te dragen.

Ook in de Renaissance-schilderkunst zag je dit soort amuletten terug. Let maar eens op als je een schilderij of altaarstuk uit de veertiende of vijftiende eeuw ziet. Het Christuskind heeft daarop vaak ook een klein rood hoorntje om zijn nek hangen.

Toen de eerste chilipepers naar Italië werden geïmporteerd, zagen de Italianen meteen een overeenkomst tussen hun rode hoorntje en de nieuwe vrucht, waardoor de amuletten langzamerhand begonnen te veranderen in de vorm van de Spaanse peper.

Een pepertje zou bescherming bieden tegen ontrouw, het kan je helpen als je een gokje wil wagen en je kunt er de weergoden mee aanroepen. Ook heel fijn: je hoeft nooit meer bang te zijn voor verkeersongelukken. Daarvoor hang je gewoon een plastic versie van ‘il corno portafortuna’ aan je achteruitkijkspiegel.

Ik ben een temperamentvolle chico. Als je mij eet gaan je bloeddruk en hartslag omhoog. Dat is niet schadelijk hoor. Het kan zelfs best goed zijn om mij te eten. Vooral het stofje capsaïcine dat in mij zit – en verantwoordelijk is voor mijn scherpe smaak – kan best gezond zijn.

Zo word ik weleens ingezet bij mensen met zenuwpijn, waarbij de zenuwen in de huid overprikkeld zijn. Door een capsacïnepleister op hun huid te plakken, bindt het stofje zich aan de overprikkelde zenuwcellen, waardoor die minder gevoelig worden voor pijn.

Ook word ik soms gebruikt bij mensen met chronische neusklachten zoals een verstopte neus of loopneus. Er wordt wel beweerd dat ik ook goed ben voor de lijn. Door mij te eten zou het lichaam beter in staat zijn om vet te verbranden.

Of dat écht zo is: het is twijfelachtig. Je zou elke dag ongeveer een halve kilo rode pepers moeten eten om enig effect op je gewicht te kunnen verwachten. Dat is zelfs voor de grootste peperliefhebber behoorlijk veel.

Met sommige pepertjes uit mijn familie moet je trouwens wel uitkijken. Nadat een Amerikaanse man had meegedaan aan een eetwedstrijd van hete pepers en daarbij een Carolina Reaper (de heetste peper ter wereld) at, moest hij enorm braken en kreeg hij gigántische pijn aan zijn nek.

Na een paar dagen speelde een zogeheten ‘donderslaghoofdpijn’ op, korte periodes van hevige hoofdpijn. In het ziekenhuis werd een vernauwing van de hersenvaten vastgesteld.

De man was daarbij de eerste persoon die deze diagnose heeft gekregen na het eten van een peper. Hij kwam er uiteindelijk mee weg, maar het was kantje boord. ¡Dios mío!

Welke vrucht kan nou zeggen dat een wereldberoemde rockband dezelfde naam heeft? Ik in ieder geval wel! Begin jaren tachtig vormden vier middelbare scholieren uit Los Angeles een bandje dat ze ‘Tony Flow and the Miraculously Majestic Masters of Mayhem’ noemden.

Inderdaad, een absurd lange naam, die werkelijk bij niemand bleef hangen. Er moest, kortom, een nieuwe naam komen en omdat de groepsleden gek waren op jazzmuziek, besloten ze dat die daar iets mee te maken moest hebben.

Nu had trompettist Louis Armstrong een begeleidingsband genaamd ‘Hot Five’ en in de jaren ’20 musiceerde in Chicago een jazzband met de naam ‘Red Hot Peppers’. Verrek!

Dat moest het worden: Red Hot Chili Peppers. Die naam vonden de jongens uitstékend bij hun muziek (een combinatie van pittige funk met vlammende rockuitbarstingen) passen. Hij was zelfs zó goed gekozen, dat de band nu, bijna veertig jaar later, nog steeds hot is.

Hoi, ik ben Spaanse peper. Wil jij weten waar mijn naam vandaan komt?

Beluister mijn verhaal

ELSPETH DIEDERIX
CAPSICUM ANNUUM (SPAANSE PEPER)

INDEX Rectangle