Kunstenaar herman de vries heeft mij wel vaker in zijn kunstwerken gebruikt. Voor herman is de natuur altijd kunst. Daarom zet hij boomstammen op sokkels, tekent hij met verschillende soorten aarde en hangt hij museumwanden vol met allerlei soorten grassen.
Zijn vierluik ‘Monumenta Lamiae ‘(1985) bestaat uit verschillende ingelijste gedroogde planten op papier. De planten die hij heeft gebruikt zijn: blauwe monnikskap, valeriaan, moederkoorn en belladonna.
Het zijn planten die verwijzen naar oude toepassingen. De monnikskap staat voor gif, moederkoorn voor kraamhulp en vruchtafdrijving, valeriaan voor geruststelling en ik sta voor geestverruiming.
Al deze middelen komen ook voor op de ingrediëntenlijst voor heksenzalf. Met dit soort smeersels, die vaak bestonden uit een mengsel van vet en inheemse gifplanten zoals ik, wreven ‘heksen’ hun lichaam in.
In de dertig minuten durende film ‘bella donna’ laat herman de vries zien wat daar de effecten van waren. In de film danst en huppelt een vrouw door het bos.
Ze heeft mijn besjes gegeten en ziet nu allerlei waanbeelden. Haar pupillen zijn enórm en ze kan het licht bijna niet verdragen. Het zou mij niets verbazen als ze straks wegvliegt.