Atropa Belladonna
Wolfskers
In het Nederlands heet ik ‘wolfskers’. Aan mijn takken groeien namelijk grote bessen, die als ze rijp zijn glanzend zwart worden en dan erg lijken op een kers.
Voor het woord ‘wolf’ in mijn naam zijn meerdere mogelijke verklaringen. Ik ben een giftige plant en ook andere giftige planten krijgen in de volksmond vaak een naam waarin het woord ‘wolf’voorkomt.
Denk maar eens aan de wolfsdood (een volksnaam voor de gele monnikskap) en de wolfsbes (een andere naam voor de eenbes, een groen plantje waarop – de naam verklapt het al – één bes groeit).
Een andere verklaring is dat mijn zwarte bessen lijken op de ogen van een boze wolf en er wordt ook wel gezegd dat ik in de Oudheid werd gebruikt om wolven en tegenstanders te vergiftigen.
In Nederland word ik door sommigen trouwens ‘doodskers’, ‘dolkruid’ of ‘heksenkruid’ genoemd. Ook die namen hebben allemaal met mijn giftigheid te maken.
In Engeland bedachten ze pas echt geweldige namen voor me. De meest gebruikte is ‘deadly nightshade’ (dodelijke nachtschade), dit omdat ik in de familie van nachtschadeplanten – waartoe ook de tomaat en de aardappel behoren – een nogal dodelijk exemplaar ben.
Andere Engelse benamingen voor mij zijn ‘Naugthy Man’s Cherries’ (kersen van de ondeugende man), ‘Murderer’s Berry’ (moodernaarsbes) en ‘Devil’s Herb’ (duivelskruid).