Ik ben een temperamentvolle chico. Als je mij eet gaan je bloeddruk en hartslag omhoog. Dat is niet schadelijk hoor. Het kan zelfs best goed zijn om mij te eten. Vooral het stofje capsaïcine dat in mij zit – en verantwoordelijk is voor mijn scherpe smaak – kan best gezond zijn.

Zo word ik weleens ingezet bij mensen met zenuwpijn, waarbij de zenuwen in de huid overprikkeld zijn. Door een capsacïnepleister op hun huid te plakken, bindt het stofje zich aan de overprikkelde zenuwcellen, waardoor die minder gevoelig worden voor pijn.

Ook word ik soms gebruikt bij mensen met chronische neusklachten zoals een verstopte neus of loopneus. Er wordt wel beweerd dat ik ook goed ben voor de lijn. Door mij te eten zou het lichaam beter in staat zijn om vet te verbranden.

Of dat écht zo is: het is twijfelachtig. Je zou elke dag ongeveer een halve kilo rode pepers moeten eten om enig effect op je gewicht te kunnen verwachten. Dat is zelfs voor de grootste peperliefhebber behoorlijk veel.

Met sommige pepertjes uit mijn familie moet je trouwens wel uitkijken. Nadat een Amerikaanse man had meegedaan aan een eetwedstrijd van hete pepers en daarbij een Carolina Reaper (de heetste peper ter wereld) at, moest hij enorm braken en kreeg hij gigántische pijn aan zijn nek.

Na een paar dagen speelde een zogeheten ‘donderslaghoofdpijn’ op, korte periodes van hevige hoofdpijn. In het ziekenhuis werd een vernauwing van de hersenvaten vastgesteld.

De man was daarbij de eerste persoon die deze diagnose heeft gekregen na het eten van een peper. Hij kwam er uiteindelijk mee weg, maar het was kantje boord. ¡Dios mío!