Narcissus
Narcis

Iemand die ziekelijk bezig is met zijn eigen schoonheid of grootheid noemen we een ‘narcist’.

Maar wat heeft mijn naam eigenlijk met dat soort lui te maken? Het zit zo.

De beroemde Weense psychiater Sigmund Freud gebruikte de term ‘narcisme’ rond 1900 als eerste, om mensen te beschrijven die zich constant verheven voelen boven anderen.

Maar hij pikte het idee voor het woord van een ander: Ovidius.

Ovidius, de grote Romeinse poëet dichtte in zijn werk Metamorfosen over het tragische lot van Narcissus (nárkissos).

Deze Griekse jongen was waanzinnig knap en iedereen werd verliefd op hem. Zo ook de nimf Echo.

Maar Narcissus weigerde op haar liefde in te gaan en daarvoor werd hij gestraft. Vanaf dat moment zou alleen zijn eigen spiegelbeeld hem kunnen bekoren.

En dat gebeurde: Narcissus zag zichzelf in het water weerspiegeld en… wauw! Wat een man!

Hij werd verliefd. Op zichzelf. Een onmogelijke liefde, want hoe hij ook probeerde, hij kon zichzelf natuurlijk niet kussen.

Wanhopig en verward over zijn eigen onbereikbare spiegelbeeld verschrompelde Narcissus tot een schim van zichzelf en werd door de goden veranderd in mij, de narcis, een bloem die altijd met de kelk naar de grond gebogen staat.