Ik ben één van de giftigste planten van dit continent. Mijn hele plantenlijf bevat sterk werkende stoffen en vooral mijn bessen moet je echt niet eten. Die bevatten de toxische stof atropine.
Vijf besjes zijn al genoeg voor een vergiftiging die zich na enkele uren uit in een droge mond, buikpijn, overgeven, koorts en hallucinaties. Meer dan tien bessen overleef je niet.
Het verraderlijke is dat mijn zwarte vruchtjes er verrúkkelijk uitzien en heerlijk zoet smaken. Je merkt dus niet dat je iets verkeerds hebt gegeten.
De Nederlandse arts en kruidkundige Rembertus Dodonaeus schreef in zijn Cruydeboeck (1554) niet voor niets dat ik een ‘doodelick cruyt’ ben. Niet gek dus, dat ik in het verleden ook weleens als moordwapen werd gebruikt.
Zo gaat het gerucht dat de Romeinse keizerin Livia Drusilla haar man keizer Augustus opzettelijk om het leven bracht door hem een sapje van mijn bessen te laten drinken.
En ook het galgenmaal van keizer Claudius, eveneens bereid door zijn vrouw, bestond uit een gerecht met mijn bessen.
Dit soort gruwelijke gifmoordverhalen zijn natuurlijk een geweldige inspiratiebron voor whodunnit’s, dus is atropine ook regelmatig de doodsoorzaak van de slachtoffers in de detectiveromans van ‘queen of crime’ Agatha Christie.