Silybum Marianum
Mariadistel

Mijn Latijnse naam is Silybum marianum, waarbij ‘sylbum’ is afgeleid van het Griekse woord voor distel en ‘marianum’ verwijst naar de heilige maagd Maria. In het Nederlands heet ik dus gewoon ‘Mariadistel’.

Onze buren gaven mij (natuurlijk wel in hun eigen taal) min of meer dezelfde naam. Zo noemen de Fransen mij ‘Chardon-Marie’ of ‘Lait de Notre-Dame’, zeggen de Duitsers ‘Mariendistel’ en heet ik in het Engels ‘Mary’s thistle’ of ‘Milk thistle’ (melkdistel).

Deze namen, zowel ‘mariadistel’ als ‘melkdistel’, verwijzen naar mijn gemarmerde bladeren.

Volgens de legende zijn die ontstaan uit een ongelukje van Maria, de moeder van Jezus. Toen zij haar kindje aan haar borst liet sabbelen, knoeide ze een paar druppels melk op mijn blad, waardoor zich daarop allemaal witte streepachtige vlekken vormden.

Vroeger noemden ze mij dus ook nog wel eens ‘Onzer-Vrouwenmelkkruid’ of ‘Onzer-Vrouwenborstenkruid’.

Dat ik tegenwoordig een distel word genoemd en niet langer een kruid, komt omdat ik nogal stekelig ben.

Mijn prachtige paarse bloemen worden goed beschermd door flinke scherpe punten. Die heb ik niet voor niets: zo word ik tenminste niet opgegeten door insecten.

Knappe jongen die zonder kleerscheuren voorbij mij komt.